We zijn een echt familiebedrijf. En dat betekent dat we – letterlijk – bouwen voor de generaties na ons. Daarom zetten we ons in voor het milieu, een fijne werkomgeving en zijn we betrokken bij de maatschappij. Hoe we dat doen? Dat laten we je graag zien in ons Duurzaamheidsverslag. Lees je mee?
Al meer dan tien jaar verzamelen we ieder jaar onze mooiste nieuwsberichten, gebeurtenissen en thema’s om te bundelen in ons Duurzaamheidsverslag.
Kijk bijvoorbeeld maar naar de verslagen van 2023, 2022 en 2021. Dit jaar pakken we het anders aan: dit Duurzaamheidsverslag is, in plaats van van heel Ter Steege Groep, alleen van Ter Steege Bouw Vastgoed en is opgebouwd vanuit de nieuwe Europese richtlijn die bedrijven verplicht te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties, de zogenaamde CSRD (Corporatie Sustainability Reporting Directive). Wat dat precies is? Dat leggen Peter Bolink en Rieneke Leusink – Ter Steege je graag uit.
Deze manier van rapporteren is opgebouwd uit drie thema’s:
- Milieu
- Sociaal
- Bestuur
De overheid stelt steeds hogere eisen aan het verplicht vastleggen van duurzaamheidsgegevens voor bedrijven. Voor Peter Bolink, adjunct-directeur Ter Steege Bouw Vastgoed Rijssen, en Rieneke Leusink - ter Steege, HR-manager, geen reden tot paniek. “Voor ons is dat niets nieuws,” zeggen ze.
“We zijn al ruim 10 jaar gecertificeerd voor de MVO-prestatieladder en in dat kader maken we ook al meer dan tien jaar een duurzaamheidsverslag. Onze manier om inzichtelijk te maken wat we maatschappelijk bijdragen. Transparant zijn over duurzaamheid zit in het DNA van Ter Steege.”
Toen de verplichte Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportage (CSRD) op tafel kwam, ontstond er dan ook zeker geen ‘paniek’. “We hadden al veel zaken op orde. CSRD vroeg om verdieping en structuur. Het kostte tijd en energie, maar het leverde ook echt wat op,” vertelt Peter, “zoals een scherper inzicht in onze totale CO₂-uitstoot, waarmee we nog gerichter kunnen sturen – denk aan de inzet van elektrische voertuigen of pilots met biobased bouwen.”
Wat is de impact van een bedrijf op mens en milieu? Welke middelen gebruiken we? Wat doen we met die middelen en wat komt er vervolgens uit? Dat laat het waardecreatiemodel zien.
Een voorbeeld: we gebruiken financiële middelen. Om onze medewerkers te betalen, grondposities aan te kopen en te investeren. We zetten geld opzij in ons innovatiebudget. Met dit budget kunnen we investeren in pilotprojecten. Denk bijvoorbeeld aan het bouwen van biobased woningen, onderzoek doen naar AI of naar Resultaat Gericht Samenwerken (RGS). Hier doen we ontzettend veel kennis op, die we vervolgens inzetten voor onze opdrachtgevers.
Klinkt mooi, maar wat kun je er mee? Het waardecreatiemodel geeft vooral inzicht. Het is een leidraad: doen we de juiste dingen? En waar kunnen we verbeteren? Zo blijven we leren en innoveren.
Een belangrijk onderdeel van de duurzaamheidsrapportage is de dubbele materialiteitsanalyse. Peter Bolink legt uit: “Daarbij kijk je niet alleen naar wat wij als organisatie betekenen voor de maatschappij en het milieu, maar ook andersom. Die wederzijdse impact breng je in kaart en over de relevante thema's rapporteer je.”
‘Dubbel’ verwijst dus naar twee perspectieven:
- Financiële materialiteit: welke duurzaamheidsthema’s hebben een financiële impact op onze organisatie? Denk bijvoorbeeld aan klimaatverandering, schaarste van grondstoffen en veranderende wetgeving.
- Impactmaterialiteit: welke impact hebben wij op mens en milieu? Dit gaat bijvoorbeeld over onze CO2-uitstoot, arbeidsomstandigheden en biodiversiteit in onze projecten.
Uit de analyse komen thema’s naar voren die voor Ter Steege écht relevant zijn. “En daarin zie je direct waarin we ons als bedrijf onderscheiden,” vertelt Rieneke Leusink – Ter Steege. “Het gaat bij ons vooral om CO₂-reductie, energiegebruik, circulair bouwen, goed werkgeverschap en bestuur. Juist door die focus kunnen we als organisatie gerichter sturen én laten zien waar we voor staan.”
